In hun boek “Why Nations Fail” onderzoeken Daron Acemoglu en James A. Robinson de fundamentele oorzaken van welvaart en armoede in landen over de hele wereld. De auteurs stellen dat de kwaliteit van politieke en economische instituties de doorslaggevende factor is in het succes of falen van naties, en niet geografische, culturele of andere factoren zoals vaak wordt gedacht. Deze baanbrekende studie combineert economische analyse, historisch onderzoek en politieke theorie om een overtuigende verklaring te bieden voor de hardnekkige verschillen in welvaart tussen landen.
Acemoglu en Robinson kregen in 2024 de Nobelprijs Economie toegekend voor hun werk.
De rol van onze instellingen
Centraal in de analyse van Acemoglu en Robinson staat het onderscheid tussen twee typen instellingen: inclusieve en extractieve instellingen.
Inclusieve instellingen bevorderen economische groei en welvaart door
- Bescherming van eigendomsrechten
- Handhaving van de rechtsstaat en onpartijdige rechtspraak
- Toegang tot kwalitatief goede publieke dienstverlening en infrastructuur
- Creëren van vrije markten met economische kansen voor een brede laag van de bevolking
Extractieve instellingen daarentegen belemmeren ontwikkeling door:
- Concentratie van macht en welvaart bij een kleine elite
- Onzekerheid over eigendomsrechten
- Opwerpen van barrières voor economische activiteit van het grootste deel van de bevolking
- Gebrek aan prikkels voor innovatie en investeringen
De auteurs betogen dat landen met inclusieve politieke en economische instellingen in de loop der tijd welvarender worden, terwijl landen met extractieve instellingen achterblijven of stagneren. Dit verschil in institutionele kwaliteit verklaart volgens hen de grote verschillen in welvaart tussen landen beter dan andere theorieën.
Instellingen hebben een zichzelf versterkend effect
Een treffend voorbeeld dat de auteurs aanhalen is de grensstad Nogales, die deels in de Verenigde Staten en deels in Mexico ligt. Hoewel de geografische en culturele omstandigheden vrijwel identiek zijn, is het Amerikaanse deel welvarend terwijl het Mexicaanse deel relatief arm is. Dit verschil is volgens Acemoglu en Robinson direct te herleiden tot de verschillende institutionele kaders in beide landen. In de VS genieten burgers meer economische vrijheid, betere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, en meer politieke inspraak dan hun Mexicaanse tegenhangers.
De auteurs benadrukken dat inclusieve instellingen een zichzelf versterkend effect hebben. Wanneer burgers eigendomsrechten genieten en kunnen vertrouwen op een eerlijk rechtssysteem, zijn ze meer geneigd te investeren in educatie, innovatie en ondernemerschap. Dit leidt tot economische groei, wat op zijn beurt de middelen genereert om instituties verder te versterken. Extractieve instellingen creëren daarentegen een vicieuze cirkel van onderontwikkeling en concentratie van macht bij een kleine elite.
Lees of beluister hier in 15 minuten waarom naties floreren of falen