“Death by China” is geen pamflet tegen het Chinese volk, maar een vlammende aanklacht tegen de Chinese Communistische Partij (CCP) en haar nietsontziende strategie om economische, technologische en geopolitieke werelddominantie na te streven.
De kernboodschap van auteur Peter Navarro en co-auteur Greg Autry is glashelder: het Westen voert – zonder het echt te beseffen – een dodelijke oorlog op meerdere fronten. Deze oorlog speelt zich niet af in loopgraven of via raketten, maar in winkelmandjes, fabrieken, digitale netwerken en diplomatieke kamers.
“Het is geen kogel die je treft, maar een barcode.”
De auteurs richten hun pijlen op zowel het Chinese beleid als op de westerse medeplichtigheid. Want terwijl Chinese producten onze winkels overspoelen, verliezen miljoenen mensen hun baan, raakt onze industriële basis uitgehold en worden we steeds afhankelijker van een regime dat fundamentele mensenrechten aan zijn laars lapt.
Giftige producten – Dodelijke waar uit de buik van de draak
Van speelgoed tot voedsel, van medicijnen tot elektronica—de westerse consument krijgt producten voorgeschoteld waarvan de herkomst onduidelijk is, maar de risico’s groot. Navarro onthult hoe de Chinese productieketen bol staat van bedrog, gevaarlijke stoffen en een totaal gebrek aan kwaliteitscontrole.
Een frappant voorbeeld: in 2008 stierven zes baby’s en werden tienduizenden ziek door melamine in melkpoeder. Deze chemische stof werd toegevoegd om het eiwitgehalte kunstmatig op te krikken, ten koste van kinderlevens. Zulke praktijken zijn geen uitzondering, maar symptomen van een systeem waarin winst en snelheid boven alles gaan.
“In China is het goedkoper om te vergiftigen dan om te testen.”
Voorbeelden van gevaarlijke exportproducten:
- Speelgoed met loodverf (bv. Mattel-schandaal)
- Foute doseringen in antibiotica en pijnstillers
- Toxische gassen in meubels en kleding
- Elektronica met brandgevaar door inferieure componenten
De export van deze producten wordt amper gecontroleerd. Westerse douane is onderbemand en vertrouwt op zelfrapportage van Chinese producenten. Een rampformule.
“We importeren geen producten, we importeren problemen.”
Economische oorlogsvoering – Werkloosheid als exportproduct
De Chinese economische strategie is gebaseerd op het maximaliseren van export door oneerlijke voordelen. Dat gebeurt via:
- Valutamanipulatie: Door de yuan kunstmatig laag te houden, blijven Chinese goederen goedkoop op de wereldmarkt.
- Staatssteun en subsidies: Gigantische staatsbedrijven krijgen onbegrensde middelen om buitenlandse concurrenten te onderbieden.
- Dumping: Producten worden soms zelfs onder de productiekost geëxporteerd, puur om marktaandeel te veroveren.
De gevolgen zijn zichtbaar in Detroit, het industriële hart van Amerika dat is leeggezogen door outsourcing. Fabrieken verhuizen naar Shenzhen of Guangzhou. De ‘blue collar’ arbeidersklasse verliest haar toekomst.
“De strijd om productie is de strijd om nationale soevereiniteit.”
Daarnaast worden westerse bedrijven verleid met de belofte van toegang tot de enorme Chinese markt. In ruil moeten ze hun technologie delen. IBM, Siemens, General Electric – allemaal moesten ze essentiële bedrijfskennis overdragen. Eens gekopieerd, wordt hun marktpositie ondermijnd door lokale staatsbedrijven.
Tactieken van economische sabotage:
- Exportsubsidies via goedkope energie en grondstoffen
- Strikte beperkingen voor buitenlandse firma’s op de Chinese markt
- Gedwongen joint ventures waarbij IP ‘wegvloeit’
- Systematische diefstal van bedrijfsdata via cyberspionage
“Wie zaken doet met de CCP, verkoopt zijn kroonjuwelen voor tijdelijke omzet.”
Lees of beluister hier de Nederlandstalige samenvatting van “Death by China”
